Adviesrecht van een nog in te stellen OR
april, 2012
Het gerechtshof Arnhem heeft, in lijn met het vonnis van de voorzieningenrechter in kort geding, beslist dat het adviesrecht inzake een besluit om een dochteronderneming van Nuon te liquideren, toekomt aan de Centrale Ondernemingsraad (COR) en niet aan de nog in te stellen ondernemingsraad van de dochteronderneming (LJN BW0569).
Enkele werknemers van Helianthos B.V., onderdeel van Nuon, hadden hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank te Arnhem (LJN BT6576). In hun grieven eisten zij o.a. dat het Nuon c.s. werd verboden om andere en nadere besluiten te nemen met betrekking tot de liquidatie van Helianthos, tot het moment dat de eigen OR van Helianthos in de gelegenheid gesteld werd haar adviesrecht inzake dit besluit uit te oefenen.
De werknemers stelden dat het door de COR gegeven advies omtrent de liquidatie niet als een advies ingevolge de WOR kon gelden, omdat het de nog in te stellen ondernemingsraad van Helianthos B.V. zelf was aan wie dit recht toekwam en niet de COR. Gezien de betrokken belangen van werknemers (het eventueel behoud van arbeidsplaatsen bij verkoop van Helianthos B.V. in haar geheel) bestond er volgens de werknemers aldus een spoedeisend belang bij de door hen gevraagde voorzieningen.
Nuon stelde daarentegen dat het adviestraject reeds afgerond was en de werknemers geen spoedeisend belang meer hadden, waardoor het hoger beroep zou moeten worden afgewezen.
Volgens het hof was door de werknemers niet voldoende onderbouwd dat er nog adviesplichtige besluiten genomen zouden worden. Enkel de feitelijke uitvoering van het liquidatiebesluit restte nog. Onvoldoende aannemelijk was dat er gedurende het bestaan van Helianthos nog besluiten genomen moesten worden die de medezeggenschap van een ondernemingsraad vergen.
De werknemers van Helianthos waren volgens het hof bovendien voldoende vertegenwoordigd door de voor Helianthos ingestelde Onderdeelscommissie (‘’OC”). Dit orgaan had de na overleg met de door bestuurder benoemde deskundigeom bindend advies gevraagd inzake de bevoegdheid van de (C)OR met betrekking tot het betreffende liquidatiebesluit. De deskundige meende dat deze bevoegdheid toekwam aan de COR.[1]
Aldus hebben de werknemers zich naar het oordeel van het hof via de OC gecommitteerd aan het bindend advies van de deskundige. Het adviesrecht ten aanzien van het liquidatiebesluit kwam toe aan de COR, ongeacht het bestaan van een OR binnen Helianthos.
(16-04-2012) © Arbor Advocaten.
[1]Bindend advies prof. mr. L.C.J. Sprengers, 17 juni 2011: “Mijn conclusie gezien het bovenstaande is dat uit de feitelijke gang van zaken blijkt dat in het verleden de OR BD&P de besluitvorming met betrekking tot de toekomst van Helianthos aan zichzelf heeft getrokken en dat de COR er vervolgens mee akkoord is gegaan dat de COR deze rol heeft overgenomen. De COR geeft ook duidelijk aan dat de strategische betekenis van deze activiteiten maakt dat er sprake is van een onderwerp van gemeenschappelijk belang, hetgeen niet onaannemelijk overkomt.”
Terug naar nieuws