Het een hoeft het andere niet uit te sluiten
juni, 2013
Het een hoeft het andere niet uit te sluiten (21-06-2013)
LJN BZ5360, Hoge Raad, 21-06-2013
Een aan de werknemer toekomende schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging kan van invloed zijn op de hoogte van de (eveneens) aan de werknemer toekomende schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag.
De Hoge Raad kwam tot deze conclusie in de volgende zaak.
Een filiaalmanager van de Kwik-Fit is op staande voet ontslagen nadat uit onderzoek met cameratoezicht is gebleken dat hij contante betalingen aannam zonder (direct) facturen op te maken en het geld meteen in de kas te doen en dat hij verschillende geldbedragen uit de kast haalde en in de kas deed. De filiaalmanager heeft bij de kantonrechter vernietiging van dit ontslag en loondoorbetaling gevorderd. Voorts heeft hij de rechter verzocht om schadevergoeding wegens de onregelmatigheid van de opzegging en schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag.Kwik-Fit heeft de rechter verzocht de filiaalmanager te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding wegens het toe-eigenen van gelden die aan Kwik-Fit toebehoren. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst, voor zover nog nodig, ontbonden zonder toekenning van een vergoeding aan de werknemer. De eis van de filiaalmanager werd afgewezen en de eis van Kwik-Fit werd toegewezen. De werknemer heeft hierop aan de werkgever gemeld dat hij zich niet langer zou beroepen op de vernietigbaarheid van het ontslag op staande voet.
In het door de werknemer aangespannen hoger beroep is de vordering van Kwik-Fit door het hof afgewezen en de vordering van de filiaalmanager toegewezen. Het hof kende de filiaalmanager een schadevergoeding toe van € 26.176 in totaal. De vergoeding was opgebouwd uit twee delen. Op grond van onregelmatige opzegging: € 10.676-, zijnde viermaal het maandsalaris, omdat de opzegtermijn voor de werkgever 4 maanden bedroeg. Wegens kennelijk onredelijk ontslag: € 15.500,- zijnde een aanvulling van het salaris gedurende de maximale WW-duur van 26 maanden, verminderd met de eerste vergoeding van € 10.676, -.
Het hof heeft zijn beslissing met name gegrond op de onvoldoende onderbouwing van de gestelde gedragingen van de filiaalmanager door Kwik-Fit. Volgens het Hof is daardoor niet komen vast te staan dat de onrechtmatige onttrekkingen uit de kas daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Het ontbrak de werkgever aldus aan een dringende reden en het ontslag op staande voet was dan ook ongeldig. Kwik-Fit was hierdoor schadeplichtig jegens de filiaalmanager.
Zowel Kwik-Fit als de filiaalmanager hebben tegen deze beslissing cassatie ingesteld. Kwik-Fit beriep zich op de devolutieve werking (1) van het hoger beroep. Het hof had het bewijsaanbod van Kwik-Fit (de videobeelden en onderzoeksresultaten omtrent de kasonttrekkingen) alsnog moeten behandelen.
De Hoge Raad besliste echter dat, nu het hof geoordeeld had dat Kwik-Fit haar stelling inzake de facturen en kasonttrekkingen tegenover de betwisting van de werknemer onvoldoende heeft gemotiveerd, het Hof niet hoefde toe te komen aan het door Kwik-Fit gedane bewijsaanbod.De filiaalmanager stelde in cassatie dat het Hof ten onrechte de schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging in mindering had gebracht op de schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag. Volgens de filiaalmanager heeft het hof hierdoor miskend dat beide schadevergoedingen niet samenvallen maar op verschillende compensatiegronden rusten. Door het ‘korten’ van de schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag met de schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging wordt het effect dat is beoogd met de samenloop van beide vorderingen in grote mate teniet gedaan. Het hof had de vorderingen daarom naast elkaar moeten toekennen.
De Hoge Raad besliste dat, in lijn met eerdere rechtspraak, het hof terecht heeft gesteld dat de vorderingen tot schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag en onregelmatige opzegging elkaar niet uitsluiten. Echter, er is geen rechtsregel die de rechter belet om bij de vaststelling van de hoogte van de schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag rekening te houden met een eerdere of andere door de werknemer toegekende schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging. Bij het bepalen van de schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag heeft de rechter enige vrijheid om op grond van de omstandigheden van het geval de hoogte van de vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag te bepalen. De berekening van het hof wijst dan ook niet op een onjuiste rechtsopvatting. De vordering van de werknemer werd afgewezen.
21-06-2013 © Arbor Advocaten
(1) Alle in eerste aanleg door partijen aangevoerde argumenten moeten in hoger beroep in beginsel opnieuw worden beoordeeld binnen de grenzen die door de grieven (stellingen) van partijen zijn aangegeven.
Terug naar nieuws