Voorgestelde wijzigingen in het ontslagrecht en sociale zekerheidsrecht
november, 2013
Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën
Nr. 19 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 11 oktober 2013 Mede namens de minister-president en de viceminister-president, bied ik u een overzicht aan van de afspraken die het kabinet heeft gemaakt met de fracties van D66, ChristenUnie en SGP en de coalitiefracties. Deze begrotingsafspraken maken het mogelijk de gezamenlijke ambities te realiseren voor economische groei en werkgelegenheid, solide overheidsfinanciën en een evenwichtige inkomensverdeling. Vanuit het perspectief van alle betrokkenen bevat het pakket elementen die belangrijk zijn voor de toekomst van Nederland. Een toekomst met meer banen, beter onderwijs en een duurzame economie. (…)Het voorliggende financiële pakket werkt door in de eerder ingediende begrotingen c.q. de bijbehorende wet- en regelgeving inclusief het Belastingplan 2014 (bijlage 1). Het bevat lastenverlichting op arbeid, die de werkgelegenheid vergroot en de koopkracht op korte termijn verbetert. Voorts wordt structureel de marginale druk beperkt. (…) Om dit mogelijk te maken zal de prijsbijstelling in 2014 worden ingehouden en zal binnen de sociale zekerheid en zorg aanvullend worden omgebogen. De ambities op het terrein van de werkgelegenheid blijken ook uit de afspraken die partijen hebben gemaakt rond de uitvoering van het sociaal akkoord (bijlage 2). De afspraken uit het sociaal akkoord zijn het uitgangspunt. De ambities voor de groei van de werkgelegenheid worden vergroot. Daartoe wordt een aantal maatregelen versneld. De bestrijding van de jeugdwerkloosheid krijgt nog meer prioriteit. Dit komt tot uiting in de sectorplannen. (...) Voor ouderen wordt het aantrekkelijker gemaakt om langer door te werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. Voor 2014 wordt de inspanning verdubbeld om mensen met een beperking aan het werk te helpen in de marktsector.
Bovendien zullen de maatregelen rond de verbetering van de positie van flexwerkers en aanpassing van het ontslagrecht met een half jaar worden versneld. Binnen de WW-hervorming zal de verbreding van het begrip passende arbeid en de inkomstenverrekening een jaar eerder worden ingevoerd. Deze en andere aanpassingen dragen eraan bij dat mensen eerder aan het werk komen en werken altijd loont. De ambitie is dat de werkgelegenheid stijgt met 0,8% ofwel ruim 50 duizend banen op termijn. Hiermee worden de werkgelegenheidseffecten van het Regeerakkoord overtroffen. De begrotingsafspraken 2014 bevat per saldo meer lastenverlichting en meer ombuigingen. Tegelijkertijd vindt een vergroening van de belastingen plaats waardoor de lasten op arbeid worden verlaagd. (…) Er komt extra geld voor defensiepersoneel en structureel extra geld voor regionaal werkgelegenheidsbeleid. Hiertegenover staan aanvullende ombuigingen bij de verschillende departementen, sociale zekerheid en zorg. De wijziging van de begrotingen als gevolg van deze afspraken zullen zo spoedig mogelijk per begroting, bij Nota van Wijziging voorafgaand aan de betreffende begrotingsbehandeling, aan de Tweede Kamer gezonden worden. De belastingmaatregelen die op grond van deze afspraken op 1 januari 2014 in werking moeten treden, worden opgenomen in een Nota van Wijziging op het wetsvoorstel Belastingplan 2014 (Kamerstuk 33 752). Deze zal de Kamer zo spoedig mogelijk bereiken. In samenhang met de budgettaire verwerking van de maatregelen zullen de kaders worden herijkt.
De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem
Lastenverlichting op arbeid
Terugdraaien afbouw algemene heffingskorting 4e schijf.
Door de volledige afbouw van de algemene heffingskorting stijgt de marginale druk. Het terugdraaien van deze maatregel in de 4e schijf zorgt voor een lastenverlichting van 480 mln. en een daling van de marginale druk.
Lastenverlichting bedrijven
Een deel van de lastenverlichting op arbeid wordt gegeven via bedrijven. Door werkgeverspremies te verlagen (awf/aof) wordt arbeid goedkoper gemaakt.
Arbeidsmarkt jongeren
De premiekortingsregeling voor uitkeringsgerechtigden wordt aangepast en meer gericht op het ondersteunen van de arbeidsmarktpositie van jongeren.
Verlaging tarief eerste schijf
Om op korte termijn de bestedingen te stimuleren, wordt het tarief eerste schijf in 2014 verlaagd.
Werkbonus
De werkbonus voor werkenden van 61 tot 64 jaar wordt vanaf 1 januari 2015 voor nieuwe gevallen afgeschaft. Voor bestaande gevallen blijft de werkbonus op het huidige niveau. Vanaf 2018 is de werkbonus volledig afgeschaft. Dit levert structureel een besparing op van 210 mln.
De volgende maatregelen vergroten op korte termijn de vraag naar arbeid:
1. Substantiële lastenverlichting in 2014. Hiermee wordt de vraag naar arbeid bevorderd en het herstel van binnenlandse bestedingen ondersteund.
2. In 2014 en 2015 zal 1/3 van het beschikbare budget voor de sectorplannen worden ingezet voor het bestrijden van de jeugdwerkloosheid. Hiermee wordt voortgebouwd op de aanpak van de ambassadeur jeugdwerkloosheid.
3. Met extra middelen voor lastenverlichting wordt de premiekortingsregeling voor uitkeringsgerechtigden aangepast en meer gericht op het ondersteunen van de arbeidsmarktpositie van jongeren.
4. Er wordt structureel 50 mln. opgenomen voor regionaal beleid (krimpregio’s), waardoor de economische bedrijvigheid in krimpregio’s wordt ondersteund.
5. Werkgevers in de marktsector stellen zich garant om in 2014 reeds 5 duizend mensen met een beperking aan het werk te helpen. Dit is een verdubbeling van de eerdere toezegging. De gemeenten worden aangemoedigd de oprichting van de werkbedrijven spoedig ter hand te nemen.
6. Het verlaagd BTW-tarief voor bouw en renovatie wordt verlengd tot eind 2014.
De volgende maatregelen bevorderen de werkgelegenheid op (middel- )lange termijn:
7. De maatregelen met betrekking tot Flexibel werk en Ontslag (Wet Werk en Zekerheid) worden een half jaar eerder ingevoerd (respectievelijk 1-7-2014 en 1-7-2015). Hierdoor komen flexwerkers eerder in aanmerking voor een vast contract, kunnen werknemers bij baanverlies sneller beschikken over het transitiebudget en wordt het ontslagrecht eerder gestroomlijnd. Dit draagt bij aan een betere balans tussen flexibiliteit en zekerheid en een betere werking van de arbeidsmarkt.
8. Het kabinet maakt vaart met een vrijwillige collectieve pensioenregeling voor zelfstandigen.
9. Al na 6 maanden (nu 12 maanden) wordt voor WW-ers alle arbeid als «passend» aangemerkt. Dit vergroot voor WW-gerechtigden het belang om snel werk op niveau te vinden. De invoering van dit onderdeel wordt met één jaar vervroegd naar 1-1-2015. Ook wordt de handhaving versterkt, zodat ook echt meer WW-ers eerder aan het werk gaan. Bovendien wordt de inkomstenverrekening vervroegd naar 1-1-2015, opdat arbeid altijd loont.
10. Om de banen voor mensen met een beperking eerder zeker te stellen, wordt de beoordeling of het quotum in werking dient te treden vervroegd naar eind 2015.
11. Bovenop andere maatregelen gericht op lastenverlichting gaat vanaf 2015 de afbouw van de algemene heffingskorting in de vierde schijf niet door. Deze en andere vormen van aanvullende lastenverlichting hebben ook een positief effect op de werkgelegenheid.
12. Vervroegde uittreding past niet binnen een steeds ouder en steeds vitaler oud wordende samenleving. De middelen voor nieuwe sectorplannen zullen niet worden ingezet voor het financieren van vervroegde uittreding.1 13. Langer doorwerken wordt bevorderd – ook na het bereiken van de pensioenleeftijd. Door het wegnemen van belemmeringen ontstaat er een lichter arbeidsrechtelijk regime voor AOW-gerechtigden, waardoor het eenvoudiger en aantrekkelijker wordt om oudere werknemers in dienst te nemen (of te houden). Tegelijkertijd wordt mogelijke verdringing van jongere werknemers door AOW-gerechtigden tegengegaan. Het kabinet stuurt de voorstellen uiterlijk eind november naar de Tweede Kamer.
14. Er komt een onderzoek naar knelpunten van loondoorbetaling bij ziekte en het ziekte- en arbeidsongeschiktheidsrisico voor werkgevers en naar mogelijkheden om de solidariteit te bevorderen onder MKB-werkgevers, bijvoorbeeld het verhogen van de verzekeringsgraad door middel van private herverzekering of collectieve fondsen voor MKB-werkgevers.
15. Het UWV maakt een business case over hoe en voor welke groepen de kansen op de arbeidsmarkt voor WAO-ers kan worden vergroot.
16. Het Nederlandse onderwijs presteert goed, maar kan nog beter. Binnen het onderwijssysteem is ruimte om onderwijsloopbanen effectiever en doelmatiger vorm te geven (minder zittenblijven, betere opleidings-keuze, meer doorstroming). Op die manier kan iedere leerling meer uit zijn/haar onderwijsloopbaan halen en valt winst te boeken voor onze arbeidsmarkt. Jaarlijks behalen immers grofweg 200.000 jongeren een mbo, hbo en wo diploma dat hen een goede uitgangspositie biedt voor de arbeidsmarkt. Als leerlingen het onderwijs een slag sneller zouden doorlopen, kan de Nederlandse arbeidsmarkt over meer goed opgeleid personeel beschikken. De minister van OCW zal in 2014 voorstellen doen om te zorgen dat leerlingen het onderwijs sneller en effectiever doorlopen.
17. De minister van SZW zal onderzoeken of en in hoeverre aanpassing van de arbeidstijd gunstige effecten heeft op de structurele werkgelegenheid en hoe dat geëffectueerd kan worden.
Terug naar nieuws