Aanzegverplichting

Geheel nieuw is de invoering van de plicht tot aanzegging van het einde van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.

Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege door het verstrijken van de tijd waarvoor de arbeidsovereenkomst is aangegaan. Dit blijft ook zo. Nieuw is echter dat de werkgever de verplichting krijgt om de werknemer uiterlijk een maand voordat de overeenkomst van rechtswege eindigt schriftelijk te informeren of hij de overeenkomst wenst voort te zetten. Als de werkgever mededeelt de overeenkomst te willen voortzetten moet ook medegedeeld worden onder welke voorwaarden hij dat wil.

De aanzegplicht geldt alleen voor arbeidsovereenkomsten voor zes maanden of langer. Indien de werkgever de verplichting om de werknemer te informeren of hij de arbeidsovereenkomst wenst voort te zetten in het geheel niet nakomt, is hij aan de werknemer een vergoeding verschuldigd van één maandsalaris. Komt de werkgever deze verplichting niet op tijd na, dan is hij aan de werknemer een vergoeding verschuldigd naar rato van de verstreken tijd dat hij in gebreke was. De werknemer heeft tot uiterlijk drie maanden na de dag waarop de aanzegplicht is ontstaan de mogelijkheid om bij zijn (ex-) werkgever een beroep te doen op het niet nakomen van de aanzegplicht.

De werkgever is dus ook een vergoeding verschuldigd als geen aanzegging heeft plaatsgevonden maar de arbeidsovereenkomst wel gewoon wordt voortgezet.

De plicht tot aanzegging geldt niet voor een arbeidsovereenkomst die eindigt op een tijdstip dat niet op een kalenderdatum is gesteld (bijvoorbeeld voor de duur van een project, of vervanging tijdens ziekte). De plicht tot aanzegging geldt ook niet in geval van een uitzendovereenkomst. 

Overgangsregeling
De aanzegplicht geldt niet voor arbeidsovereenkomsten met een einddatum die ligt vóór 1 februari 2015.